Een nieuwe stadsdichter!

Jazeker, Harry Oonk is de tweede stadsdichter van Ede!

Een spannende verkiezing, met een grote stem aan het publiek en een besluit door de jury. Harry kreeg de uiteindelijke voorkeur van beiden in een ‘battle’ met zowel klassieke poëzie, klinkende klankkleur, slam-performance en alternerende rijmen.

Winnaar

Jolinda van Alfen was de presentatrice van de avond, een rol die haar prima past. Benjamin Terpstra was haar onmisbare secondant in deze, hij telde de petten en stemmen. In hun meer dagelijkse rol zijn zij de eindredacteurs van regionale kranten onder de paraplu van Wegener.

 

EdeVerkiezingStadsdichter2015

De kandidaten, vlnr:

Erik Hemelt, Arno Setz, Peter Vermaat, Harry Oonk

 

Keetje en Co

De prachtige band Keetje & Co met eigentijds Nederlandstalig repertoire. Een feest om naar te kijken en te luisteren.

 

Jury

De jury, vlnr:

Gerry Poelert, directeur Cultura

Johan Weijland, wethouder met o.a. cultuur in portefeuille

Arjan Keene, aftredend stadsdichter

Jan van Es, redactiechef Wegener Media

 

Foto’s (c) Patrick Eskandarian

Het laatste woord

Dit is een testament van inkt
dat traag tussen de stenen kruipt
en druppelt op de jas die straks
hier prevelend langs gevels sluipt.

Verklein de stad opnieuw tot dorp.
Geef zinnen aan een ander heden
dat in de paarse hei ontvlamt.
Verbind vandaag met het verleden.

Wees harder, als je dat kunt zijn,
wees zachter dan de tijd kan eisen.
Bouw aan een toren voor de taal,
laat uit het dorp een stad verrijzen.

Ik heb je liefgehad, verguisd,
omarmd, betast. In jou vond ik
de lente van een nieuwe herfst.
Straks is die stad uit mij verhuisd.

(c) Arjan Keene | Stadsdichter van Ede

The battle begins

De vier kandidaten voor de stadsdichterverkiezing moeten flink aan de bak. Ieder zullen ze een zestal gedichten voorbereiden, twee vrije gedichten en een viertal met de thema’s Veluwe, Food, Ede centrum, en – voor de finaleronde – Van Gogh. In De Edese Post van vandaag staan interviews met elke kandidaat.

Wiki-Ede

De Poortwachter begroet u,
ernaast ligt trots de Cinemec.
Een dorpse stad, geschiedenis
ligt onvermoed op elke plek.

Van de vroegere Valouwe,
de bloedsteen ligt er nog,
tot de Hoge Veluwe van nu:
Brancusi, Mondriaan, Van Gogh.

Voor iedereen is er een kerk,
vereniging, theater of café.
DOK, Blauw Geel, Fortissimo,
de Polar Bears, de MHC.

Toeristenzwermen in de zomer,
bij Bernardo’s in de rij.
De Heideweek en Market Garden,
parachutes op de hei.

De kenniscampus, CHE,
want onderwijs maakt sterk.
Food Valley, Wageningen,
verbinding, branding, merk.

Kazernes, Reehorst, ENKA,
nu het Akoesticum erbij.
Het nieuwe wonen, werken,
bedrijven, heidebrouwerij.

Ontsluiting van de snelweg,
stationsgebied gaat op de schop.
Laat wat goed is wel graag staan,
herstel, in eer, de Parkwegkop.

Geen koopgoot op de zondag,
maar festivals en Sunday Blues.
Buiten, aan de nieuwe gracht,
langs brede zomeravenues.

En straks World Food Center,
al wordt het dan geen wonder-ei.
Maar bovenal ons stadse dorp,
een parel in de Gelderse Vallei.

(c) Arjan Keene | Stadsdichter van Ede

Verkiezing

De namen zijn bekend. Er zijn vier kandidaten voor de verkiezing van de tweede stadsdichter van Ede op 15 april : Erik Hemelt, Harry Oonk, Arno Setz en Peter Vermaat. Daarmee weten we één ding zeker: het wordt geen vrouw.

Lees hier een artikel in De Edese Post van vandaag.

 

De appelboom

De appelboom

Er staat een appelboom in deze tuin.
Hij staat er al zo lang als wij hier zijn,
en alles er omheen kwam voort uit puin
en uit de leegte van een zandwoestijn.

De boom is hier speciaal voor ons geplant
als ijkpunt in een oeverloos bestaan
dat enkel door de tijd begrensd is, want
er komt, zoals bekend, een einde aan.

Is dit de plek waar het ooit is mislukt?
Een lichtend voorbeeld in dit paradijs
waar alles wat wij doen wordt afgewogen.

Dat wie bewust verboden vruchten plukt
verbannen wordt, en zonder mededogen
een mensenleven krijgt als hoogste prijs.

 Vruchtvlees

Maar wat een pracht er aan de boom volgroeit!
Niet enkel appels, ook dadels en olijven,
passievruchten, liefde die tot wasdom bloeit,
dit is een plek om altijd te verblijven.

Het kan geen zonde zijn om hier te proeven,
wij hebben het verbod niet goed verstaan.
Dit misverstand dat had toch niet gehoeven,
het had toch ook heel anders kunnen gaan?

Zo werpt de boom zijn schaduw ver vooruit.
Wij dachten dat we alsmaar konden eten
van alles wat in bruikleen was gegeven.

Wij spelen die vermoorde onschuld uit
en doen alsof wij nooit hebben geweten
dat wij de weegschaal zijn. Wij zijn het leven.

 Nageslacht

De menselijke maat zit in ons kind.
Hecht geen geloof aan buikige bankiers
of dichters die verslaafd zijn aan absinth,
niet aan profeten van het eind der tijden.

Vrees slechts de bliksem en de mateloze wind,
de krachten die ons naar de oevers leiden,
ons oeralarm dat ergens weerklank vindt,
nog niet verpand aan vreemde financiers.

Je luistert. Stemmen die je vaag herkent,
je hoort weer een vertrouwde melodie.
Een geur misschien vertelt je wie je bent.

Het is jouw stam, de boom die je nu ziet.
Dan hoor je binnen kinderen spelen, blij
en zeldzaam zacht, maar zelden zo dichtbij.

(c) Arjan Keene

Oorspronkelijk geschreven t.b.v. de Kunstduik, Cultura, januari 2014. Veelvuldig uitgevoerd met een tiental harpen, kistorgel, operazang in een kort geregisseerd stuk. Meest recente uitvoering was bij de opening van het Akoesticum.

Ik ben oktober eikenblad

Van 19 januari t/m 4 februari is de landelijke poëzieweek. Het thema is ‘Met zingen is de liefde begonnen’.

In al mijn nerven zit het craquelé
van zon en wind en een bewogen leven.
Tot wie zich nu nog naar mij wendt
spreek ik langzaam in een taal van hout.

Ooit kon mijn bladgroen warmte zingen
bij ieder blaadje dat maar naar mij ruiste,
ooit suisde chlorofyl door al mijn aderen.
Nu kleurt mijn huid, maar ik word koud.

Ik ben oktober eikenblad.

Ach, laat de herfsten toch niet komen,
laat winters niet mijn houvast vellen.
Laat mij vertellen van de lentezoenen,
van de zomers toen het zingen nog begon.

(c) Arjan Keene